Mauro, onze student-verkoper, maakt deel uit van het Infinity Running Team van Beerschot Atletiek, is Belgische subtop op de 1.500 meter en studeerde net af als Communication Designer in Sint-Lucas Antwerpen. Voor zijn bachelorproef lanceerde Mauro een fictieve vzw met de naam Givshu (Give shoe). Givshu stuurt overbodige, ‘nearly new’ loopschoenen naar Oeganda. Van een fictieve vzw naar werkelijkheid? Een koffieklets met Mauro.
Als kind had ik nooit écht iets met sport. Maar in het voorjaar 2014 (ik zat toen in het 5e leerjaar) raakte ik in de ban van de Rode Duivels. Ik had een fascinatie voor Courtois. Op school stond ik ook in de goal, hilarisch genoeg omdat ik dan niet veel moest lopen. Ik sloot me aan bij een voetbalclub, weliswaar niet als doelman. Dat duurde 5 jaar. Technisch was ik niet de meest talentvolle voetballer, maar ik was een knokker en werd ingezet op posities waar ik veel moest lopen. Ik vergelijk me altijd met Chiellini van Juventus: jagen, knokken, duwen en trekken. Een vuile speler die geen deftige pas kan geven, maar alle spelers opzij beukt met een onverzettelijke grinta. Jammer genoeg zat ik te vaak op de bank. Ik ging lopen om fitter te worden, om me zo in de ploeg te spelen. Maar dan nog koos de trainer voor meer technische spelers die zich vol staken met hamburgers en frieten. Toen zag ik een affiche van de Bollekesloop. Dat veranderde alles. Ik liep de 10 km met overschot onder de 45 minuten en zag iemand lopen met een T-shirt van Beerschot, mijn favoriete voetbalploeg. Ik werd lid van Beerschot atletiek en liep 5 keer per week (2x een High Intensity Intervaltraining en 3x een duurloop). Dat was niet meer te combineren met voetbal. Bruno, mijn 1e loopcoach bij Beerschot atletiek was wild enthousiast en liet me geloven dat ik een toptalent was. Een schril contrast met mijn leven als bankzitter in het voetbal. De keuze voor het lopen was snel gemaakt.
Lactaattesten bij Beerschot atletiek wezen uit dat ik heel hoog in verzuring kan gaan. Hierdoor liggen de middellange afstanden mij het best, meer bepaald de 1.500 m. Ik ben ook een echte pisteloper. Op spikes lopen ligt me omdat ik een voorvoetloper ben. Met mijn verende loopstijl kan ik op een piste écht snelheid ontwikkelen, veel meer dan in een cross of een stratenloop. Op Belgisch niveau ben ik subtop op de 1.500 m. Je vind me al jaren rond plek 20-25 op de ranking. Ik presteer ook superconstant en loop quasi altijd dezelfde tijden. Dat is heel opmerkelijk. Hier heb ik nog groeimarge. Liever één keer onder de vier minuten en vijf tegenvallers dan de constante die ik nu laat zien.
Met ons groepje competitielopers van Infinity Running Team trainen wij op de atletiekpiste in sportpark Ruggeveld. Ik train 90 tot 100 kilometer per week, waarvan +/- 15 km op de piste. Hiernaast loop ik graag aan het Fort van Borsbeek, park Den Brandt en Rivierenhof. En ik heb een eigen toerke dat ik ‘Giro Anversa’ noem. Dat toerke is 15 km, vertrekt van thuis in Groenenhoek naar Berchem station, Park Spoor Noord, MAS, de Kaaien af, Justitiepaleis en via het binnensingelfietspad terug.
Als gepassioneerd loper bezocht ik in het voorjaar van 2023 het ‘National Altitude Training Center’ in Kapchorwa, Oeganda. Voormalig olympisch en wereldkampioen op de marathon Stephen Kiprotich is afkomstig van Kapchorwa. Ik heb ginds de kans gehad om een andere Oegandese olympisch kampioen te spreken, Joshua Kiprui Cheptegei. Ik sprak ook met Jos Hermens, de oprichter van het NN Running Team. Het NN Running Team is het eerste commerciële hardloopteam ter wereld. Sinds de oprichting in 2017 won de ploeg al 11 World Marathon Majors, 7 wereldrecords werden gevestigd en ruim 175 wedstrijden gewonnen. Vele wereldtoppers uit het NN Running Team zijn Kenianen (Eluid Kipchoge, Geoffroy Kamworor), Ethiopiërs (Kenenisa Bekele, Birhanu Legese) en Oegandezen (Joshua Kiprui Cheptegei, Stephen Kiprotich). Het gesprek met Cheptegei en Jos Hermens was inspirerend.
Met name: Oost-Afrika is natuurlijk gekend voor zijn langeafstandslopers van wereldniveau, maar het zijn vooralsnog in hoofdzaak Kenianen en Ethiopiers die het merendeel uitmaken van de topsporters. Er is de laatste jaren weliswaar een opkomst van langeafstandslopers die afkomstig zijn uit Mount Elgon’s hoogvlakten, nabij het Kapchorwa-district in Oeganda, net over de grens met Kenia. Maar het potentieel aan looptalenten in deze regio is immens en onontgonnen, zo bevestigt ook Joshua Kiprui Cheptegei. Misschien wel het hoogste potentieel wereldwijd.
Een dag later ging ik zelf lopen. Echt niet normaal: ik ben Belgische subtop en ik werd er faliekant ‘naar huis’ gelopen door vele lopers, waaronder ook kinderen van 8 à 10 jaar op Micky Mouselaarsjes of blote voeten. Kinderen die niet de financiële slagkracht hebben om kwalitatieve loopschoenen aan te schaffen, wat een enorme rem zet op het potentieel en de sportieve dromen van de huidige generatie jonge lopers. Als Addict Adviseur ben ik vanzelfsprekend gepassioneerd door loopschoenen en kom ik occasioneel in situaties terecht waarbij loopschoenen niet gebruikt worden. Eén en één is twee.
Ik bedacht een concept waarbij ongebruikte of amper gebruikte loopschoenen worden ingezameld en naar Oeganda worden verstuurd. Niet onze afdankertjes, maar wel ‘nieuwe’ of ‘zo goed als nieuwe’ loopschoenen. Ik mik op loopschoenen waar één of maximaal twee keer mee gelopen is. Ik heb een fictieve vzw opgezet die Givshu heet, een huisstijl gemaakt, alsook een website en een communicatiecampagne.
Die vraag triggerde me ook. Het is straf dat kinderen zonder faciliteiten zo’n basis hebben. Ik deed er achteraf onderzoek naar. Je zou initieel denken dat het enkel genetisch bepaald is: een lager vetgehalte, grotere longen, smallere onderbenen voor een betere paslengte, enz… Klopt allemaal. Er is ook natuurlijk de aanpassing aan de hoogte (2.400 m) en de grotere aanmaak van rode bloedcellen. En je hebt een ideaal trainingsparcours op hoogte met heuvels en kilometers hoogvlaktes met eindeloze vergezichten over de savannevlakten van Karamoja. Maar er is veel meer. Ik heb 23 invloedfactoren ontdekt.
Bv. één van de grootste geheimen achter het hardloopsucces is het eten. In de nabijheid van Kopchorba ligt een groot regenwoud op een vulkaanhelling. Het Elgon-regenwoud herbergt paddestoelen en verschillende soorten spinazie, rijk in vezels en mineralen. ‘Forest bamboo’ (Aldoneria Alpina) bv. is een populaire energie- en weerstandbooster. De bladeren van Matooke (bakbanaan) en bonen vormen ook een belangrijk onderdeel van hun dieet. Melk drinkt men ongepasteuriseerd, direct van de koe. De voeding uit het regenwoud draagt bij aan een sterk immuunsysteem en een energieker lichaam en sterkt je als atleet.
Dat het Mount Elgon-ecosysteem topsport in Oeganda versterkt vind ik ronduit fascinerend, want als kind heb ik me vaak ingezet voor het natuurbehoud van de Hobokense Polders.
Een ander voorbeeld is de etnische achtergrond. Langeafstandskampioenen als Stephen Kiprotich, Joshua Cheptegei, Stella Chesang, Peruth Chemutai en Jacob Kiplimo hebben allemaal Mosopisiek-voorouders. Tot 1993 leefden de Mosopisiek in en van het bos, daarna op de hoogvlakten net buiten het National Park. Naast het eten van vezel- en mineraalrijk voedsel, betekent dit ‘jagen’. Er gaan verhalen de ronde over heldhaftige mannen die tientallen kilometers achter gestolen vee aan rennen, zelfs tot in Kenia. In combinatie met het glooiende en ruige landschap, zegt dit veel over de hardloopkwaliteiten van de Mosopisiek. Cheptegei rende eindeloos een heuvel van 220 m op en neer om spierkracht en weerstand op te bouwen. Joshua Cheptegei, zegt:”Het leven zit vol ups en downs voor hardlopers zoals ik én voor het leven in het Mosopisiek-landschap”. In 1993 zijn de Mosopisiek het Mount Elgon National Park uitgezet. Sindsdien zoeken zij naar politieke en sociaal-culturele erkenning. Stephen Kiprotich en Joshua Cheptegei liepen nooit voor henzelf, maar wel om hun volk trots te maken. Dat zorgt voor een extra drijfveer.
Ik wil het zeker realiseren. Hoe weet ik nog niet, want ik heb als jonge snaak het netwerk niet. Maar onze garage thuis ligt alvast vol loopschoenen. Het potentieel aan ongebruikte loopschoenen mag niet onderschat worden. Door mijn studentenwerk als schoenenverkoper bij Addict heb ik hier voeling mee. Er zijn sporadisch schoenen met fabricagefouten die niet verkocht worden (bv. een elastiek binnen verkeerd gestikt). Er zijn ook klanten met goede loopvoornemens op 1 januari, maar die pakweg op 18 januari hun voornemen voorgoed opbergen. Er zijn ook mensen die hun marathonwedstrijdschoen gebruiken voor die éne marathon en daarna stoppen. Of mensen die langdurig geblesseerd raken. Dus ik kom wel in situaties waarbij mensen hun nieuwe loopschoen niet of nauwelijks gebruiken. Maar het kost al snel een paar honderd euro om schoenen op te sturen naar Oeganda. Ik moet trachten de logistiek gefinancierd te krijgen.
Het idee is alvast om Givshu in te bedden of om te dopen tot Run Kapchorwa. Run Kapchorwa is een lokale vzw in Oeganda die gerund wordt door een Oegandees en een Nederlander. De vzw investeert in de lokale community. Ook de instroom van loopschoenen moet ik dan structureler aanpakken. Maar alles staat nog in de kinderschoenen.
Addict geeft nog een avontuurlijke reistip van Mauro mee. Een roadtrip die de vier loophotspots van Oost-Afrika verbindt. Deze vier trainingscentra voor langeafstandslopers liggen tussen de 2.000 en 2.700 m. Buitenlandse topatleten gebruiken deze trainingscentra al langer om zich voor te bereiden op hardloopwedstrijden. Met de combinatie van grote hoogte, adembenemende routes, prachtige natuur, eindeloze paden en een mild klimaat gedurende het grootste deel van het jaar, zijn ze een waar paradijs voor iedere hardloper.
Mauro: “Zo’n hotspot bezoeken is een échte ervaring voor elke gepassioneerde loper. Het is net alsof je op een expobeurs bent voor een populaire marathon. Alles, maar dan ook alles, ademt lopen uit. ‘s Ochtends na het ontbijt ga je de weg op, je steekt je hand op en stapt in een busje op weg naar de atletiekpiste. Een zee van volle busjes rijdt tot 30 km ver naar de piste. Vergelijk het gerust met de skibussen in drukke skigebieden. Tussen halfzeven en acht uur ‘s morgens traint iedereen er op de piste, ook de kampioenen. Iedereen is bereikbaar, de sfeer is open. Loop je outdoor, dan lopen de kinderen graag met een Mzungu (een blanke Europeaan) mee. Je kan aan de piste verblijven, of wat verder … het krioelt er van de Westerse hotels.”
Schrijf je hier in voor de Addict Newsletter
Iedereen kan lopen, maar niet iedereen loopt op de juiste schoen. Met een loopanalyse helpen wij je de beste keuze te maken.