Addict onderschept een onderzoek naar de origine van loopblessures, door onderzoekers van de University of British Columbia, gepubliceerd in het vakblad ‘British journal of sports medicine’. Een overzicht van de meest voorkomende tot eerder zeldzame blessures.
De meeste blessures zijn te wijten aan asymmetrie, waarbij je tijdens het lopen het ene been (iets) meer belast dan het andere. Zeker naar het einde van de tocht, als je vermoeider bent, ga je vaak nog meer druk zetten op dat ene been. Het probleem begint dan ook meestal in één knie. Maar wie met pijn blijft lopen, kan gaan overcompenseren zodat na een tijdje de andere knie de probleemzone wordt.
Een loper haalt al gauw 160 passen per minuut, 160 klappen met een impact van een gemiddelde G-kracht van 5: vijf keer de zwaartekracht (ter vergelijking: een ritje op de achtbaan heeft doorgaans een G-kracht van 3,5). Per pas moet je bovendien 1,5 tot 3 keer je lichaamsgewicht opvangen. Vijf kilometer lopen tegen tien kilometer per uur betekent 4.800 van die klappen. En het zijn je enkels die deze stuk voor stuk moeten opvangen. Maar eigenlijk situeert het probleem zich een beetje hogerop. Onstabiele heupen, die voortdurend van de ene naar de andere kant wiegen, verspillen niet alleen meer energie, maar zorgen ook voor wankele enkels. Die vangen minder druk op, waardoor de rest van je lichaam het harder te verduren krijgt. Ze kunnen er ook onder bezwijken.
Scheenbeenontstekingen worden vooral veroorzaakt door ‘high velocity impacts’: te harde klappen die ons lichaam niet kan verwerken. Dat kan te wijten zijn aan een slechte techniek (te grote passen nemen, landen op je hiel in plaats van op een platte voet), aan het terrein (naar beneden of op een te harde ondergrond, zoals asfalt, lopen) of aan het materiaal (slechte, versleten loopschoenen).
Hier speelt vooral de ‘cumulatieve impact’, de totale belasting, een rol. Door een slechte techniek gaan je beenspieren minder absorberen en wordt elke klap hoger door je lichaam heen gestuurd. Last aan de heup is dan ook vaak een voorbode van rugpijn. Je kan problemen voorkomen door kortere passen te zetten, te landen op het midden van je voet, en door zachter te landen door je knieën telkens een beetje te buigen.
Zowel je linker- als je rechtervoet moeten normaal gezien bij elke pas even lang de grond raken. Dat is heel erg kort: normaal gezien maar ongeveer 0,2 seconden. Maar een verschil hier – wat je zelf met het blote oog nooit kan opmerken – kan leiden tot pijn in de achillespees of kuit. Net als bij de knieën bestaat hier het gevaar voor overcompensatie: als je pijn hebt in het ene been, ga je meer tijd spenderen op het andere, waardoor ook daar problemen kunnen komen.
Spierscheuren of hamstringblessures zijn uitzonderlijk bij ‘gewone’ lopers. Dit komt meer voor in het voetbal of andere sporten waarin vaak zijdelingse versnellingen (of ‘side to side sprinting’) moeten gebeuren.
Andere blessures, bijvoorbeeld aan het bovenlichaam, kunnen ook veroorzaakt worden door een slechte looptechniek (zoals te grote passen nemen), maar zijn veeleer zeldzaam.
Maar het belemmert ook je loopefficiëntie. Bij sommige hardlopers zie je bewegingen die een goede prestatie in de weg staan, omdat ze energie absorberen. Denk bv. aan wegzakken in de heupen, een slingerend bovenlichaam of knieën die na de landing naar binnen draaien.
Er bestaat niet iets als een perfect loophouding. Ieder loopt op zijn manier, en dat is oké zolang je geen blessures hebt. Toch zijn er een aantal zaken waar de meeste lopers en trainers het wel over eens zijn: je voeten moeten onder je middelpunt landen in plaats van ver voor je, een snelle, pittige cadans tussen 170-185 stappen per minuut én een rechte houding.
Er zijn bepaalde oefeningen waarmee je de loopbeweging beter leert uitvoeren: je kan je bilspieren versterken, je kan werken aan je pasfrequentie, je kan een versnellingsloop doen (3 sprintjes: 80, 60 en 40 m), een kaatsprong (een krachtige sprong rechtop, kort en fel, traint het actief neerzetten van je been) en wat skips (een soort huppelpasje waarbij je je benen een voor een hoog optrekt terwijl je je bovenlijf zoveel mogelijk stil houdt).
Experimenteer dus zeker met bovenstaande oefeningen. Of kom naar Addict een laat je door onze Certified Runeasi-expert adviseren a.d.h.v. een Runeasi-looptest. Runeasi meet je persoonlijke loopbelasting (op je voeten, enkels, knieën, heupen, …) in functie van jouw persoonlijke loopstijl. Op basis van Runeasi kunnen wij jou naar de juiste loopschoen leiden. Meer zelfs: Runeasi stelt je op basis van het meetresultaat automatisch een aantal work-outs voor om je zwakke plekken te versterken.
Schrijf je hier in voor de Addict Newsletter
Iedereen kan lopen, maar niet iedereen loopt op de juiste schoen. Met een loopanalyse helpen wij je de beste keuze te maken.